Sustainability Header

Klikpaden

Woordenlijst: introductie

Additionele Indicatoren

Additionele indicatoren zijn die Indicatoren die in de GRI-Richtlijnen worden geïdentificeerd en die een zich voordoende praktijk beschrijven of onderwerpen aan de orde stellen die essentieel zijn voor sommige organisaties, maar over het algemeen niet voor een meerderheid.

Afval

Volgens de Wettelijke Verordening 152/06, is afval elke stof of elk object dat in de categorieën valt zoals beschreven in de bijlage van de verordening, waarvan de houder zich ontdoet of waarvan hij heeft besloten of waartoe hij is verplicht zich ervan te ontdoen. Afhankelijk van de oorsprong, wordt afval geclassificeerd als gemeentelijk afval of als speciaal afval en afhankelijk van de kenmerken ervan, als gevaarlijk afval of niet-gevaarlijk afval.

Afvalwater

Afvalwater dat het gevolg is van industriële activiteiten of van huishoudafval. Afvalwater mag ook in het milieu worden geloosd nadat het op de juiste wijze is behandeld.

Alternatieve Brandstof

Afval van verschillende industriële processen dat dankzij het grote warmteafgevend vermogen ervan en het lage niveau van vervuilende stoffen kan worden gebruikt als een gedeeltelijke vervanging voor andere brandstoffen in bepaalde verbrandingsprocessen.

Alternatieve Grondstoffen

Bijproducten (bijv. granulaten) die hergebruikt kunnen worden in productieprocessen in plaats van andere grondstoffen.

Atmosferische Uitstoot

Elke vaste, vloeibare of gasvormige stof die in de atmosfeer wordt gebracht door industriële fabrieken, verwarmingssystemen in woonwijken, transportsystemen (d.w.z. auto’s, vliegtuigen) en die atmosferische vervuiling zouden kunnen veroorzaken.

BAT

Acronym. Best Available Techniques. This means the technical and/or organisational measures which are explained in the BREF report.

Biodiversiteit

Variëteit van organismes die in een omgeving leven, die het resultaat is van het evolutieproces en dat dient als garantie voor de stabiliteit van een omgeving en een indicator van haar ecologische waarde.

BREF

‘Best Available Techniques’ (Best Beschikbare Technieken)’ . Verticale BREF's beschrijven de beste beschikbare technieken voor een bepaalde industrie. Horizontale Bref's beschrijven de beste beschikbare technieken voor bepaalde processen die in meerdere branches gebruikt worden.

Broeikaseffect

Het fysische fenomeen dat gevangen zit in het atmosferische deel van de energie van het aardoppervlak, dat anders verloren zou gaan in de ruimte. Het is afhankelijk van de aanwezigheid van diverse gassen in de atmosfeer (de zogenaamde broeikasgassen: kooldioxide (CO2), distikstofoxide (N2O), methaan (CH4), ozon (O3), perfluorkoolstoffen (PFK’s), fluorkoolwaterstoffen (FKW's), zwavel-hexafluoride (SF6) en helpt de ideale temperatuur op aarde te handhaven. Anthropische activiteiten kunnen leiden tot een toename van de aanwezigheid van deze gassen en in samenhang daarmee van het broeikaseffect, dat op zijn beurt weer leidt tot klimatologische veranderingen op de middellange termijn.

Controle en toezicht (‘monitoring’)

Alle activiteiten die worden uitgevoerd om de parameters te kwantificeren die een indicatie vormen van de milieukwaliteit (bijv. lucht, waterlichamen, ondergrond).

Decibel (dB)

Meting van de intensiteit van een akoestische oscillatie of van de zintuiglijke gewaarwording van het horen.

Dioxinen

Dioxinen zijn een klasse organische gechlorineerde aromatische verbindingen. Dioxinen zijn niet erg vluchtig vanwege hun hoge moleculaire gewicht en zijn in vet oplosbaar. Door deze kenmerken neigen ze zich op te hopen in levende weefsels. Laboratoriumexperimenten in dieren laten zien dat dioxine één van de meest toxische anthropische verbindingen is.

Duurzame ontwikkeling

"Ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen” (‘WCED’ (‘World Commission on Environment and Development’ = Wereld Commissie over Milieu en Ontwikkeling) - definitie in het rapport Onze Gemeenschappelijke Toekomst, 1987). Duurzame ontwikkeling is een vorm van ontwikkeling (waaronder de economie, steden, gemeenschappen etc.) die het vermogen van toekomstige generaties om door te ontwikkelen niet in gevaar brengt door de kwaliteit en omvang van hun erfenis en natuurlijke reserves (die niet onuitputtelijk zijn, terwijl hulpbronnen worden geacht onuitputtelijk te zijn) in stand te houden. Het doel is om de economische ontwikkeling te handhaven die combineerbaar is met sociale gelijkheid en ecosystemen en dus functioneert in een systeem van milieuevenwicht.

Eco-vriendelijk

Kenmerk dat een gevolg is van processen die gericht zijn op het minimaliseren van de negatieve impact van industrieën. Het verwijst ook naar de verantwoordelijkheid van de mens en zijn handelingen ten opzichte van het milieu en zijn rijkdommen.

Ecosysteem

Basis ecologische unit bestaande uit alle dierlijke en plantaardige organismen die een specifieke ecologische omgeving vormen.

Emissiehandel

Een "flexibel" instrument op basis waarvan de markt voor emissievergunningen werd opgezet tussen landen die gebonden zijn aan het Kyoto Protocol om de vastgelegde doelstellingen voor het verminderen van emissies te bereiken. Het stelt bedrijven in staat om emissievergunningen te verkrijgen van andere bedrijven die ook door de emissieverminderingseisen zijn gebonden.

Emissies

 

Uitstoot van alle vaste, vloeibare of gasvormige stoffen die in het ecosysteem terecht komen en die direct of indirect invloed op het milieu kunnen hebben.

Energiebesparing

Effect van maatregelen die door de producenten en energiegebruikers worden genomen om het verspillen van energie te beperken door het verbeteren van de energie-efficiëntie (verkrijgen van hetzelfde product met minder energie) en door de meest geschikte energiebron voor het vereiste eindgebruik in te zetten.

Fossiele brandstof

Geproduceerd door de transformatie die wordt ondergaan door grote bossen die miljoenen jaren geleden worden bedolven. Fossiele brandstoffen omvatten steenkool, aardolie en aardgas.

Hydraulisch Bindmiddel

Mineralen die zich, eenmaal gemengd met water, langzamerhand verharden en vaste structuren vormen die dezelfde sterkte-eigenschappen hebben als het hardste gesteente. Cement is een hydraulisch bindmiddel.

Indicator

Elke informatieve parameter die een complex fenomeen op beknopte en directe wijze weergeeft.

Indicatoraspecten

De algemene soorten informatie die te maken hebben met een specifieke Indicatorcategorie (bijv. energiegebruik, kindarbeid, klanten).

Indicatorcategorieën

Groepen duurzaamheidonderwerpen of brede gebieden. De categorieën die in GRI-Richtlijnen zijn opgenomen, zijn economische, milieu- en sociale richtlijnen. Bijvoorbeeld de sociale groep is gecategoriseerd in termen van Werkpraktijken, Mensenrechten, Maatschappij en Productverantwoordelijkheid. Een gegeven categorie kan verschillende Indicatoraspecten hebben.

Interne controle

Ondernemingsfunctie die onafhankelijk advies geeft en controle uitoefent om de geschiktheid van het interne controlesysteem van een onderneming te beoordelen.

Invloed op het milieu

Elke positieve of negatieve, gehele of gedeeltelijke verandering die het milieu wordt toegebracht als gevolg van de handelingen, producten of diensten die met een bepaalde activiteit verband houden.

ISO 14000

Een serie van milieumanagement- en levenscyclusbeoordelingsstandaarden die sinds 1996 door ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie) zijn uitgegeven. Deze standaarden zijn één van de referentiepunten die aan bedrijven worden aangeboden die Milieumanagementsystemen voor hun productieactiviteiten willen implementeren.

ISO 9001

Vrijwillige internationale standaard uitgegeven door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie in 1987 met betrekking tot Kwaliteitsmanagementsysteemeisen voor organisaties, ongeacht sector of omvang. De huidige uitgave na de eerste versie in 1994 staat ook bekend als ‘Vision 2000’.

Joule (J)

Maateenheid van energie en werk in het Internationale Systeem, die gelijk staat met het werk dat gedaan wordt door de kracht van 1 newton als het punt van toepassing 1 meter in de richting van de kracht wordt bewogen.

Kalksteen (CaCO3)

Sedimentair of metamorf gesteente samengesteld uit calciumcarbonaat. Kalkhoudend gesteente kan vaak andere mineralen bevatten zoals siliciumhoudende en zandhoudende kalksteen.

Kant-en-klaar-meng-beton

Constructiemateriaal verkregen door het mengen van inerte materialen (zand, grind, steenschilfers) met een bindmiddel (kalk of cement) in de aanwezigheid van water en toevoegmiddelen. Het wordt gebruikt in alle sectoren van de bouwindustrie, met name voor lastdragende structuren en bestrating en vaak versterkt met metaal (gewapend beton).

KVM

Kwaliteit, Veiligheid & Milieu

Kyoto Protocol

Vrijwillige overeenkomst die voortgekomen is uit de Klimaatverandering-Conferentie van de Verenigde Naties (1997), in overeenstemming met datgene wat geïndustrialiseerde landen met elkaar zijn overeengekomen om hun broeikasgasemissies met minstens 5% terug te dringen in vergelijking met de niveaus van 1990, gedurende de periode 2008-2012.

Luchtvervuiling

Luchtvervuiling komt uit veel verschillende bronnen zoals fabrieken, elektriciteitscentrales, stomerijen, auto’s, bussen, vrachtwagens en zelfs door de wind voortgedreven stof en onblusbare branden. Luchtvervuiling kan de gezondheid van mensen, bomen, meren, gewassen en dieren bedreigen, evenals de ozonlaag en gebouwen beschadigen. Luchtvervuiling kan ook nevel, verminderd zicht in nationale parken en woestijngebieden veroorzaken.

Meel

Product verkregen door het malen van grondstoffen, die op de aangewezen wijze worden gemeten en toegevoegd aan andere elementen. Het wordt in de oven gevoerd waar het in klinkersteen verandert na ontkoling en sintering.

Mergel

Heel fijn, geelachtig-grijs sedimentair gesteente gevormd uit kalksteen en klei. Het wordt gebruikt in precies geformuleerde verhoudingen om cement en hydraulisch kalksteen te bereiden.

Methaan (CH4)

Fossiele brandstof. Hoewel incorrect, is het een vaak gebruikte term voor aardgas, waarvan methaan het voornaamste bestanddeel is.

mg/Nm3

Maateenheid van de concentratie die gebruikt wordt voor atmosferische vervuilingsmacro’s; het is een indicatie van het gewicht in milligrammen van stoffen die aanwezig zijn in een kubieke meter lucht onder normale omstandigheden (temperatuur van 0°C en 1.013 bar druk).

Mijn

Een mijn wordt onderscheiden ten opzichte van een groeve door het type materiaal dat gewonnen wordt. Categorie 1 materialen worden uit mijnen gewonnen (bijv. cementmergel).

Milieu

Alle chemische en fysische kenmerken (abiotische factoren) van het verband waarin een organisme bestaat of een bedrijf functioneert. In zijn geheel omvat het milieu de lucht, het water, de grond, de natuurlijke delfstoffen, de flora, de fauna, de mens en hun onderlinge relaties.

Milieucertificering

Certificaat dat uitgegeven wordt door externe auditoren die de Milieumanagementsystemen certifiëren die binnen de productiefabriek worden overgenomen. Milieucertificering kan betrekking hebben op internationale standaarden (ISO 14001) of op Europese (EMAS Regulering) standaarden.

Milieuherstel

Actie gericht op het herstel van een specifiek gebied zo dicht mogelijk in de buurt van zijn oorspronkelijke omstandigheden van vóór de tussenkomst van de mens. Het heeft eveneens betrekking op het geomorfologisch opnieuw inrichten, rekening houdend met de oppervlaktewaterhydrologie en de herintroductie van daarvóór bestaande boomachtige wezens.

Milieumanagementsysteem

Dit is onderdeel van een algeheel managementsysteem van het bedrijf, waaronder begrepen organisatiestructuur, planningactiviteiten, verantwoordelijkheden, praktijken, procedures, processen en hulpbronnen voor het ontwikkelen, implementeren, voltooien, beoordelen en handhaven van een milieubeleid.

OHSAS 18000

Letterwoord. Beroepsgezondheid- en Veiligheidsbeoordelingsserie verwijst naar een serie standaarden voor Beroepsgezondheid- en Veiligheidsmanagementsystemen die door het BSI (Britse Standaard Instituut) sinds 1999 worden uitgegeven.

Olie/water-scheiding

Het zuiveringsproces van afvalwater om de aanwezige oliën en vetten te verwijderen. Wettelijke verordening 626/94– Wettelijke verordening 19/09/1994 n. 626- Implementatie van directieven 89/391/EEG, 89/654/EEG, 89/655/EEG, 89/656/EEG, 90/269/EEG, 90/270/EEG, 90/394/EEG en 90/679/EEG om de gezondheid en de veiligheid op de werkplek te verbeteren.

Onafhankelijk Lid van de Raad van Bestuur

Definities voor ‘onafhankelijk’ kunnen variëren tussen wettelijke rechtsgebieden. Gewoonlijk impliceert ‘onafhankelijk’ dat het lid geen financieel belang in de organisatie heeft, dan wel andere potentiële voordelen die een belangenconflict zouden kunnen veroorzaken. Organisaties die de Richtlijnen gebruiken, zouden de definitie moeten aangeven die zij aan ‘onafhankelijk’ geven.

Planten

 

Proces dat gewoonlijk volgt op het zaaien of hydroseeding en dat bestaat uit het uitzetten van middelgrote tot hoge overblijvende planten, struiken en bomen in grond die al is voorbereid

Portland Cement Equivalent (PCe)

 

Portland Cement Equivalent (PCe) is een factor die gebruikt wordt om het gelijkwaardige cementtonnage te berekenen als al het materiaal dat geproduceerd wordt in het cementfabricage proces (klinkersteen) vermalen zou zijn om cement te produceren.

Prestatie-indicator

Kwantitatieve of kwalitatieve informatie over resultaten of uitkomsten die in verband worden gebracht met de organisatie die vergelijkbaar is en verandering in de tijd demonstreert.

Profielonthullingen

De genummerde informatie-eisen in Deel 2 van de Richtlijnen die de algehele context aangeven voor het rapporteren en begrijpen van de prestaties van organisatie.

Rapportageprincipe

Concepten die de uitkomsten beschrijven die een rapport zou moeten bereiken en die beslissingen begeleidt die door het hele rapportageproces zijn genomen, zoals op welke Indicatoren gereageerd moet worden en hóe er op gereageerd moet worden

Rioolspecie

Rioolspecie komt voort uit gezuiverd gemeentelijk afvalwater. Volgens de Europese Afval Catalogus (EAC), die door de Gemeentelijke Beslissing 2000/532/CE werd geactualiseerd, wordt rioolspecie geclassificeerd als ongevaarlijk afval, met andere woorden het is niet vervuild door stoffen die het gevaarlijk kunnen maken voor de mens en voor het milieu. Men kan er zich op drie manieren van ontdoen: door het voor agrarische doelen te gebruiken na te zijn gecomposteerd, door te lozen of te recyclen als energiebron in klinkersteenovens voor cement.

Sectorsupplement

Sectorsupplementen vullen de Richtlijnen aan met interpretaties en begeleiding over hoe de Richtlijnen in een gegeven sector moeten worden toegepast en daarin zijn begrepen sector-specifieke Prestatie-indicatoren. Van Toepassing zijnde Sectorsupplementen moeten gebruikt worden naast Richtlijnen, eerder dan in plaats van de Richtlijnen.

Slakken

Gegranuleerde slakken uit de verwerkende staalindustrie (gegranuleerde smeltovenslakken) worden samengesteld uit complexe aluminium-, calcium- en magnesiumsilicaten en kleine hoeveelheden mangaan- en ijzeroxiden en calciumsulfaat. Ze worden gebruikt als toevoegmiddelen aan klinkersteen in de productie van cement vanwege hun hydraulische eigenschappen.

Stakeholders

Partijen die een belang van welke aard dan ook in de onderneming hebben en die in wisselwerking staan met haar werkzaamheden, deelhebben aan haar bedrijfsresultaten, haar prestatie beïnvloeden en haar economische, sociale en milieu-invloed beoordelen.

Standaardbekendmakingen

Er zijn drie types Standaardbekendmakingen: strategie- en profielmededelingen, die het algehele verband aangeven voor de verslaglegging en voor het begrijpen van de organisatorische prestatie. Mededelingen over de Managementbenadering hebben betrekking op de vraag hoe een organisatie een gegeven serie onderwerpen benadert teneinde een verband te scheppen voor het begrijpen van de prestatie op een specifiek terrein en Prestatie-indicatoren die vergelijkbare informatie aan het licht brengen over de economische, milieu- en sociale prestatie van de organisatie. De Richtlijnen brengen onderwerpen en gegevens naar voren voor de verslaglegging die essentieel zijn voor de meeste organisaties en van belang voor de meeste stakeholders.

Steengroeve

Een steengroeve is een afzetting of een deel van het land dat grondstoffen bevat dat voor industriële doeleinden geëxploiteerd kan worden. Een steengroeve wordt onderscheiden ten opzichte van een mijn door de categorie van het materiaal dat gewonnen wordt. Categorie 2 materialen worden uit steengroeven gewonnen (bijv. kalksteen, klei, grind, zand). Kalksteen bijvoorbeeld behoort tot deze categorie materialen en wordt uit steengroeven gewonnen.

Stikstofoxide (NOx)

Gassen die o.a. worden geproduceerd door de oxidatie van atmosferische stikstof of de stikstof die in fossiele brandstoffen zit. Stikstofoxiden kunnen synergetisch met andere gassen in de lucht werken en ze nemen als “voorlopers” deel in de vorming van fotochemische oxidanten (ozon, organische peroxiden). Na zwavelanhydride zijn ze de meest voorkomende agressieve vervuilers in de atmosfeer en samen veroorzaken ze “zure regen”.

Stof

Stof is de generieke term voor materiaal dat gevormd wordt door minuscule deeltjes met een diameter van 0.25-500 µm. Stof dat in de lucht zweeft (atmosferische stof) heeft belangrijke invloed op het klimaat, de ontwikkeling van radioactiviteit en op de gezondheid van de mens.

Upstream

 

De term ‘upstream entiteit’ is gebaseerd op het begrip van een productieketen die zich uitstrekt van het winnen van grondstoffen tot het gebruik van goederen of diensten door een eindgebruiker.‘Upstream’ verwijst naar die organisaties die een rol spelen in de aanvoerketen van de rapporterende organisatie of, meer in het algemeen, die een rol spelen in een vroegere stap in de productieketen dan de organisatie zelf. Voor definities van woorden of begrippen die rechtsreeks vervat zijn de verwoording van de Indicatoren, zie de Indicatorprotocollen.

Verbranding

Chemische reactie van een brandstof met ontvlambare materiaal, dat vaak koolstofoxide veroorzaakt, waterdamp en thermische energie.

Verbrandingscyclus

Een fase in de cementproductie waarin ruw meel wordt verbrand bij uiterst hoge temperaturen in enorme cilindrische ovens. Het is de fase die de meeste thermische energie en elektriciteit vereist en enorme hoeveelheden lucht en water en waarin chemische en fysische reacties plaatsvinden in de behandelde materialen.

Vermaling

Een industrieel proces dat het vermalen van elk type vaste materialen omvat, waarbij het verkleind wordt tot een poeder, korrels of een semi-vloeibare pasta met de grootte van microns.

Vervuiling

Verandering van de fysische, chemische en biologische eigenschappen van een evenwichtig milieu door menselijke activiteiten. Vervuiling kan betrekking hebben op de grond, water en lucht. Vervuiling is ook een verandering van de cycli van materie en de energiestromen van ecosystemen. In het bijzonder ontstaat atmosferische vervuiling door de aanwezigheid van stoffen in de lucht in hogere concentraties dan de minimum drempel die als ongevaarlijk wordt beschouwd. En die het fysiologische welzijn van de mens kan verminderen en schade aan het plantenleven, dieren en voorwerpen kan berokkenen. Grensoverschrijdende vervuiling wordt veroorzaakt door vervuilende emissies die verder reiken dan de grenzen van een land.

VGM

Veiliheid, Gezondheid & Milieu.

Voorgemengd

Cementachtige producten, vooral metselspecies, samengesteld uit cementmengsels en aggregaten, gemeten en afgezakt in de juiste verhoudingen voor gebruik in specifieke toepassingen zoals binnen- en buitenafwerkingen om het bouwwerk af te maken.

Watt (W)

Maateenheid van vermogen van werk in het Internationale Systeem; 1 watt staat gelijk met het vermogenscijfer van één joule werk per seconde tijd.

Zure Regen

 

Zure regen is een ernstig milieuprobleem dat effect heeft op grote delen van de Verenigde Staten en Canada. Zure regen is met name schadelijk voor meren, rivieren en bossen en de planten en dieren die in deze ecosystemen leven.

Zwavelhoudend anhydride (SO2)

Gas dat aanwezig is in emissies als gevolg van het gebruik van zwavelhoudende brandstoffen, gewoonlijk afkomstig van aardolie en steenkool.